30537 |
regenpijp |
goot:
gōt (L316p Kaulille)
|
De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.]
II-9
|
24308 |
regenworm |
piering:
peering (L316p Kaulille)
|
pier, aardworm [ZND 14 (1926)]
III-4-2
|
19760 |
regulateur |
regulateur:
rēgǝlatø̄r (L316p Kaulille)
|
Toestel dat de loper bij grotere draaisnelheid automatisch doet zakken. Belangrijkste onderdelen van de regulateur zijn in het algemeen twee stalen bollen die ieder hangend aan een arm zich onder invloed van de middelpuntvliedende kracht naar buiten willen bewegen. De einden van de armen zijn via twee stangen verbonden met een schuifstuk om de regulateur-as. Wanneer het toerental oploopt en de kogels dus naar buiten bewegen, nemen ze het schuifstuk mee omhoog of bewegen het juist naar beneden al naar gelang de constructie. Aan dit meedraaiende schuifstuk is een stilstaande ring bevestigd die mee op en neer beweegt. Hieraan is weer een hefboom verbonden die via diverse stangen de pasbalk op en neer beweegt en dus de steen meer of minder omhoog of omlaag brengt (Wiesner, pag. 106). [N O, 35g]
II-3
|
17904 |
reiken naar |
reiken naar:
reike (L316p Kaulille)
|
Reiken, met de handen naar iets reiken (naar iets pakken, grijpen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
21195 |
reis |
reis:
mùrge komt er trug vanne rijs (L316p Kaulille)
|
Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
21201 |
reiskoffer |
valies (<fr.):
vlies (L316p Kaulille)
|
valies
III-3-1
|
21455 |
rekenen |
cijferen:
cijferen (L316p Kaulille),
rekenen:
reekenen (L316p Kaulille),
rèkenen (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille)
|
rekenen [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
21358 |
rente |
interest:
ps. omgespeld volgens Frings.
ēntreͅst (L316p Kaulille)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24548 |
reseda |
rose dgypte (fr.):
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
roezezjiep (L316p Kaulille)
|
[ZND 35 (1941)]
I-7
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (L316p Kaulille)
|
kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)]
III-2-3
|