e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scrotum zak: zak (Kaulille) Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b] I-11
seksen seksen: sɛksǝ (Kaulille) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij selderie: seͅ.ldəri (Kaulille) [Goossens 1b (1960)] I-7
sering meibloem: meiblome (Kaulille) I-7
servituut landweg: een landweeg (Kaulille), servituutweg: ine servituudweeg (Kaulille), veldweggetje: veldweegske (Kaulille) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sigaar sigaar: sigaar (Kaulille, ... ), #NAME?  sigər (Kaulille) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sijs sijsje: seͅiskə (Kaulille) sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
sikkel sikkel: sekǝl (Kaulille), zekel: zē.kǝl (Kaulille) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Kaulille, ... ) sinaasappel [ZND 40 (1942)] III-2-3
singel zadelriem: zālrēm (Kaulille) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10