e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stengel, steel steel: stē.l (Kaulille) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
sterke / ruwe kerel beest: sterke biest (Kaulille) Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] III-3-1
sterke mortel cementmortel: sǝmɛnt[mortel] (Kaulille) Mortel voor waterdicht pleisterwerk, bijvoorbeeld voor kelders. Volgens de invuller uit Q 180 werd bij de bereiding ervan Rijnzand gebruikt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(spijs)', '-(specie)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 38b] II-9
sterke trasmortel mortel: mǫrtǝl (Kaulille) Mortel bestaande uit tras en kalk, volgens de invuller uit Q 35a gebruikt voor waterdicht werk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 37b] II-9
steunbalk steunbalk: stø̄nbalǝk (Kaulille) De evenwijdig aan de voeghouten lopende balk die de windpeluw steunt. Zie ook afb. 26. [N O, 28d] II-3
steunpaal voor opgeslagen hoogkar stijp: stip (Kaulille) Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82] I-13
stiefdochter stiefdochter: stiefdocht’r (Kaulille) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefouders stiefouders: stiefaww’rs (Kaulille) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: stiefzoon (Kaulille) De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)] III-2-2
stier looi: loi̯ (Kaulille), lōi̯ (Kaulille), stier: stēr (Kaulille) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11