e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijf van vingers en handen stijf: stie:f (Kaulille) Stijf, van vingers en handen gezegd (scheef, krom, stram). [N 109 (2001)] III-1-2
stijfsel stijfsel: samen met znd 7, 48  stifsəl (Kaulille), stisəl (Kaulille) de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijfselpap stijfsel: stiefsel (Kaulille), stifsel (Kaulille), stijfselpap: stiefselpap (Kaulille), stiesselpap (Kaulille) stijfselpap [ZND 32 (1939)] III-2-1
stijgbeugels stijgbeugels: stibø̄.gǝls (Kaulille) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stijve mortel droge mortel: drȳgǝ mǫrtǝl (Kaulille), te stijve mortel: tǝ stīvǝ mǫrtǝl (Kaulille) Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
stikken verstikken: v`rstikke (Kaulille) Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)] III-1-2
stilstaan hou: hǭu̯ (Kaulille) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stinke (Kaulille) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] III-1-1
stofblik blik: bleek (Kaulille) stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1
stofdoek stofvod: stoͅf˃voͅt (Kaulille), vod: voͅt (Kaulille) een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)] III-2-1