e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielewaal gele wielewaal: gèle wielewaol (Kaulille), wielewaal: wiləwal (Kaulille) wielewaal [ZND 43 (1943)] || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wijdbeens lopen breed van spoor zijn: brieeëd van spoo:r zeeën (Kaulille) Met de benen ver uiteen lopen (wijd uiteen, breed spoor, wijdbeens). [N 109 (2001)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen caban (fr.): kəbaŋ (Kaulille) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijn wijn: wīēn (Kaulille) wijn [RND] III-2-3
wijnazijn wijnazijn: wienazien (Kaulille) wijnazijn [ZND 08 (1925)] III-2-3
wild wild: wēlt (Kaulille) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11
wilde eend wilde eend: wel ēnt (Kaulille) eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans wilde gans: wel gans (Kaulille) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] III-4-1
wilde hoofdharen varkenshaar: verr`k`shaor (Kaulille) Wilde hoofdharen (struivelen, duivelshaar, varkenshaar). [N 109 (2001)] III-1-1
wilde koe wilde koe: wel [koe] (Kaulille) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11