e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brouwerij brouwerij: brǫwǝri (Kaulille) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brug brug: brøx (Kaulille), schoor: [Onbekend in Kaulille Wb., RK]  schoor (Kaulille) brug [RND] || een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: 1a-m; 22, 29a;  broed (Kaulille) bruid [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidegom bruigom: 1a-m; 22, 29a;  bruigem (Kaulille) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruutjes (Kaulille) Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruiloft bruiloft: 1a-m; 22, 29b;  broeloft (Kaulille) bruiloft [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruine gebreide dameskous strump: strumpə (Kaulille) dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)] III-1-3
brulkoe brulkoe: brølko (Kaulille) Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a] I-11
brullen brullen: brølǝ (Kaulille) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulse koe brul: brøl (Kaulille) Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b] I-11