e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kaulille

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diep scherpen diep scherpen: dējp sxø̜rpǝ (Kaulille) De groeven diep maken. [N O, 34d] II-3
diepzinnig diepzinnig: deepzinnig (Kaulille), hè is deepzinnig (Kaulille) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  biĕst (Kaulille) beest [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bil: bil (Kaulille) Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dijk dijk: die[ë}k (Kaulille), diǝk (Kaulille), dīk (Kaulille), dīk (Kaulille), opgehoopte aarde  diek (Kaulille, ... ), opgehoopte aarde om water tegen te houden  diek (Kaulille) dijk [ZND 33 (1940)] || Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34] I-8, III-3-1
dikke neus dikke snuit: dikke snoe:t (Kaulille), kaarsendomper: < lm. lange neus.  kars`ndōmp`r (Kaulille) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren, foepneus, kokkel). [N 106 (2001)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk, koker, kuit, gevel). [N 106 (2001)] III-1-1
dikke want pij: pijə (Kaulille) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal wollen das: woͅlə das (Kaulille) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel dikke jas: ene dikke jas (Kaulille, ... ), dikke mantel: een dikke mantel (Kaulille), innen dikke mantel (Kaulille), nen dikke mantel (Kaulille), ’n dikken mantel (Kaulille, ... ), ’nen dikke mantel (Kaulille), mantel: mantəl (Kaulille) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] || een dikke mantel [ZND 31 (1939)] III-1-3
dirigent dirigent: dirr`zje:nt (Kaulille) de leider van een orkest of koor [dirigent, muziekmeester] [N 112 (2006)] III-3-2