21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
`n enveloppe (L316p Kaulille),
envelop (L316p Kaulille),
enveloppe (L316p Kaulille)
|
een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
ipp’deemie (L316p Kaulille),
ziekte die besmettelijk is:
zoen zikte is besmettelik (L316p Kaulille),
ziekte die voortgaat:
de zikte git vort (L316p Kaulille),
die ziekde git vort (L316p Kaulille),
ziekte die voortloopt:
die ziekte loeëpt vort (L316p Kaulille)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
33610 |
erf |
geleg:
gəlēͅx (L316p Kaulille),
mesterhof:
meͅstərhoͅf (L316p Kaulille)
|
I-7
|
33641 |
erf en omliggende landerijen |
boerderij:
bōrdǝri (L316p Kaulille)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
18837 |
ernstig |
gemeend:
het is gemieënd (L316p Kaulille),
’t is gemijnd huur (L316p Kaulille),
menens:
’t is meinens (L316p Kaulille)
|
het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ērt (L316p Kaulille),
ɛ̄.rt (L316p Kaulille)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
24729 |
esdoorn |
es:
of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable
es (L316p Kaulille),
ès (L316p Kaulille)
|
es, esdoorn [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
èten (L316p Kaulille),
éétə (L316p Kaulille),
əten (L316p Kaulille)
|
eten [RND], [ZND 25 (1937)]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
gamel:
zoals bij soldaten
gamɛl (L316p Kaulille)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
knauwelen:
knauwelen (L316p Kaulille),
overschot:
euverschoot (L316p Kaulille),
overschot (L316p Kaulille),
rest:
rest (L316p Kaulille)
|
hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|