e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wervel knevel: knēvǝl (Keent), wervel: wervǝl (Keent) Blokje hout, dat draaibaar om een spijker op de kozijnstijl is aangebracht en dient om deuren van kastjes en schuurtjes gesloten te houden. In het gebied rond Weert werd het ook voor vensterluiken gebruikt. Zie ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291, s.v. 'wölverke', het, ø̄Nachtslotje. 't Is de kantuitspraak van wervelke. Geh. St-Truiden.ø̄ [A 27, 32a-b; monogr.] II-9
wervelwind wervelwind: wervelwind (Keent) Hoe noemt men een ronddraaiende wind, die stof en zand van de grond doet opwervelen of water als een zuil omhoogzuigt? [DC 30 (1958)] III-4-4
wesp teetje: kleine soort wesp, die niet steekt  teetje (Keent), wesp: wésp (Keent) wesp || wesp, soort III-4-2
weten weten: wieëte (Keent) weten III-1-4
wieg wieg: weeg (Keent), wēx (Keent) Het rondsel bovenaan de koning, dat in het aswiel grijpt. Zie ook afb. 64.17 en 58. [N O, 50e; A 42A, 103; Sche 39; A 42A, 13; A 42A, 11; N O, 14a] || wieg II-3, III-2-2
wielband reep: re̜jp (Keent) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wielewaal gele wielewauw: gaele wielewâw (Keent) wielewaal III-4-1
wijn wijn: Wiênglaas  wiên (Keent) wijn III-2-3
wijngaard wingerd: wingert (Keent) wijngaard I-7
wijnstok, wingerd druif: droef (Keent), druivenhengel: droêvenhîngel (Keent) druif || wijnstok I-7