20619 |
dropwater maken |
schuimpje trekken:
In een fles werd water met laurierdrop "sokkerpaek"gedaan, dat werd flink geschud en de fles werd in een koud en donker hoekje geplaatst. Dan werd ¯t spul goed zwart (zeutwaater). Als er flink wat bruinwitte schuim opkwam, dan werd die opgezogen en dat noemde men "schuumke trekke
schuumke trekke (L318a Keent)
|
schuimke trekken
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
schuiverachtig:
schuuverechtig (L318a Keent)
|
koud, nat en winderig
III-4-4
|
19274 |
drukte, gedoe |
bedoening:
bedoôning (L318a Keent),
bohei (rh.):
behêj (L318a Keent),
drukte:
drökdje (L318a Keent)
|
drukte || ophef, drukte
III-1-4
|
24140 |
duif, overige soorten |
akkerpit:
verwilderde tamme duif
akkerpit (L318a Keent),
postduif:
postdoef (L318a Keent),
reisduif:
reisdoef (L318a Keent)
|
postduif || veldduif
III-4-1
|
17666 |
duim |
her:
hɛr (L318a Keent)
|
Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.]
II-9
|
30341 |
duimhengsel |
geheng:
gǝheŋ (L318a Keent)
|
Hengsel waarvan de veer draait op een in de muur of op het kozijn aangebrachte, oogvormig uitlopende, metalen pin. Zie ook het lemma 'Hengselduim'. [N 54, 80a; monogr.]
II-9
|
28152 |
duimstok |
duimstek:
dūmstɛk (L318a Keent),
duimstok:
dūmstǫk (L318a Keent)
|
Vouwbare maatstok waarvan de vier delen ieder vijfentwintig cm lang zijn. Aan de uiteinden is elk deel versterkt met metaal. De metalen scharnieren van de duimstok bestaan uit ronde schijven die over elkaar draaien. De twee scharnieren in het midden zijn penvormig. Vroeger was de duimstok verdeeld volgens de duimschaal; tegenwoordig zijn uitvoeringen in gebruik met aan de ene kant een duimschaal en aan de andere kant een metrische schaal. Zie ook afb. 99. [N 53, 184a; monogr.]
II-12
|
24811 |
duizendblad |
hazegerf:
achillea millefolium
haazegerf (L318a Keent)
|
duizendblad
III-4-3
|
20045 |
duizendschoon |
duizendschoon:
doêzentjschoeën (L318a Keent),
jonkertje:
jûnkerke (L318a Keent)
|
duizendschoon (Dianthus barbatus L.)
III-2-1
|