e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalfziekte, melkziekte kalfziekte: kǭfzekdjǝ (Keent) Een stofwisselingsziekte waarvan de aanleiding is het vrij plotseling op gang komen van de melkafscheiding na het kalven. De zieke dieren maken een suffe indruk, herkauwen niet meer en hebben dikwijls een wat trage mestafzetting. Door de boeren wordt de melkziekte vaak verward met de kopziekte. Het zijn allebei deficiëntieziekten: bij melkziekte gaat het om een gebrek aan calcium, bij kopziekte echter om een gebrek aan magnesium. Zie ook het lemma ''kalfziekte'', ''melkziekte'' in wbd I.3, blz. 460.' [N 3A, 99; N 52, 1; A 48A, 2; monogr.] I-11
kalkoen schroet: sxrūt (Keent) Zie afbeelding 11. [R 14, 3; S 16; L 1a-m; L 1, 113; L 17, 11; L B2, 305; A 6, 3a; A 6, 3b; Vld.; monogr.] I-12
kalmoes kalmoes: aromatische wortelstok  kâlmoos (Keent), kermiswortel: kêrmeswortel (Keent) kalmoes III-4-3
kamer kamer: kāmər (Keent) kamer III-2-1
kan kan: kan (Keent) kan III-2-1
kandijsuiker borstsuiker: borssókker (Keent, ... ) bruine kristalsuiker, kandijsuiker || grove kandijsuiker III-2-3
kaneel kaneel: kenieël (Keent), kaneelpijpje: kenieëlpiêpke (Keent) kaneel || pijpje kaneel III-2-3
kant kant: ka.nt (Keent) Fijn, licht weefsel van linnen, garen, zijde, ook goud- of zilverdraad met opengewerkte patronen en opgelegde tekeningen, dat tot versiering van randen en boorden en als tussenzetsel dient (Van Dale, pag. 1281). Men kent Brusselse, Mechelse, Brugse enz. kant. Verder onderscheidt men echte en nagemaakte, valse kanten en machinale, met een machine vervaardigde kant. Men gebruikt kant voor witte schorten, kussenslopen, voor kleren (Q 121c), gordijnen en ondergoed (Q 99*), en voor lakens (P 219, meestal machinale kant). [N 62, 81a; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.] II-7
karakter (aard) wezen: waeze (Keent, ... ) karakter || wezen, karakter III-1-4
karnemelk botermelk: buǝtǝrmɛlǝk (Keent) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11