26454 |
kropgat |
kropgat:
krǫp˲gat (L318a Keent)
|
Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h]
II-3
|
26077 |
kruias, kruirad |
haspel:
haspǝl (L318a Keent)
|
Het wiel of de as onderaan de staart aan de buitenzijde van de molen, waarmee de molen of de molenkap met behulp van kettingen of touwen naar de wind gedraaid wordt. Zie ook afb. 21 en 23. Een aantal woordtypen is een pars pro toto. [N O, 30a; A 42A, 58; monogr.]
II-3
|
24484 |
kruid (alg.) |
kruid:
kroêt (L318a Keent)
|
kruid
III-4-3
|
20587 |
kruidenjenever |
elsbitter:
soort brandewijn gestookt volgens geheim recept onder toevoeging van aftreksek van alsemplant. Een Limburgse specialiteit
aelsbitter (L318a Keent)
|
elsebitter
III-2-3
|
26082 |
kruien |
kruien:
krøjǝ (L318a Keent)
|
De molen of molenkap draaien met als doel de wiekenas in de windrichting te plaatsen. [N O, 30i; N O, 30k; A 42A, 56; monogr.]
II-3
|
26079 |
kruiketting, kruitouw |
kruiketting:
krøjkęteŋ (L318a Keent)
|
De op de kruias bevestigde ketting waarmee de molen of de molenkap wordt verplaatst. In l 289 en l 377 gebruikte men daartoe geen ketting maar een touw, in l 316 een kabel. [N O, 30b; N O, 30c; N O, 30d; A 42A, 57; monogr.]
II-3
|
20806 |
kruimel |
greumel:
greûmel (L318a Keent),
Verklw.gruuëmelke
gruuëmel (L318a Keent),
gritseltje:
uitsluitend verklw. D¯r zitte gridzelkes inne pap, mam; di-j lös ich neet
grid’zelke (L318a Keent),
kruimel:
kruuëmel (L318a Keent)
|
kruimel || scherp korreltje, kruimeltje
III-2-3
|
26081 |
kruipalen |
kruipalen:
krøjpø̜̄l (L318a Keent)
|
De rondom de molen in de grond geplaatste, korte houten, stenen of ijzeren palen, waaraan de kruikettingen of kruitouwen worden vastgemaakt. [N O, 30e; A 42A, 59; monogr.]
II-3
|
33551 |
kruisbes |
kroenzel:
kroónsel (L318a Keent)
|
kruisbes
I-7
|
24199 |
kuifleeuwerik |
kuifliewerk:
koeflieëwêrrek (L318a Keent)
|
kuifleeuwerik
III-4-1
|