e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Keent

Overzicht

Gevonden: 1396
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mangel, wringer mangel: ma.ŋəl (Keent) mangel III-2-1
mannelijk schaap bok: bok (Keent) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke eend wieler: wieler (Keent) woerd, mannetjeseend III-4-1
mannelijke gans gant: gaantj (Keent) gent, mannetjesgans III-4-1
mannelijke kat, kater dakhaas: dā.khās (Keent), kater: kaater (Keent), kātər (Keent) kater III-2-1
maretak heksenbessem: in kerse- en berkebomen  heksebieësem (Keent) heksenbezem, woekering III-4-3
margarine margarine: megrien (Keent) margarine III-2-3
margriet sleutelbloem: sluuëtelbloom (Keent) margriet III-4-3
marmiet, koperen ketel marmiet: marmi.t (Keent) koperen ketel III-2-1
matras matras: mətras (Keent) matras III-2-1