e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
winterkoninkje koninkje: könekske (Kelmis) winterkoning (9,5 overal bekend; klein beweeglijk bruin bolletje met opstaand wiebelstaartje; maakt bolnest met zijopening; veel jongen; zang leuk liedje, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1
winterwortelen moren: mūǝrǝ (Kelmis), wortelen: wǫtǝlǝ (Kelmis) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wipneus stoepsneus: stoepsnaas (Kelmis) neus: wipneus [schortneus, boel, boelneus] [N 10 (1961)] III-1-1
wissel wissel: węsǝl (Kelmis) Wissel waarmee van spoor kan worden gewisseld. [monogr.] II-4
wit maken wit maken: wetmākǝ (Kelmis), witten: wetǝ (Kelmis) Een voorwerp ofwel met krijt ofwel met witkalk wit maken. Men deed dat bij die voorwerpen waaraan men zich in het donker makkelijk kon stoten en verwonden, omdat men ze niet zag. Kleine voorwerpen werden met krijt, grotere vlakken met witkalk witgemaakt. [monogr.] II-4
witte kwikstaart kwikstots: kwéksjtoets (Kelmis) kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
woensdagx mittwoch (du.): mitwoch (Kelmis) dag; woensdag [N 07 (1961)] III-4-4
wortel wortel: wo ̞tsǝl (Kelmis), wǫ.tǝl (Kelmis) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wreef wregel: vrééjel (Kelmis) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
wrijven wrijven: vrive (Kelmis) wrijven [ZND 25 (1937)] III-1-2