e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brandnetel brandnetel: bränietele (Kelmis), brɛi̯ǝnīǝtǝl (Kelmis), netel: nietel (Kelmis), niǝtǝl (Kelmis) (brand)netel [ZND 01 (1922)] || Urtica L. Van dit zeer algemeen voorkomende onkruid bestaan er twee soorten: de grote brandnetel (Urtica dioica L.) en de kleine brandnetel (Urtica urens L.), die in praktijk eigenlijk niet van elkaar onderscheiden worden. De grote of groffe, die van 30 cm tot meer dan 2 m lang kan worden en hierbij afgebeeld is, groeit meer op stikstofrijke, vaak halfbeschaduwde vruchtbare gronden en stortplaatsen. De kleine of fijne -van 15 tot 60 cm hoog- meer op droge plaatsen, op bouwland en in moestuinen. Beide soorten hebben brandharen en grofgezaagde bladeren, die bij aanraking een brandend gevoel veroorzaken. De bloemen zien eruit als groenige trosjes, bij de grote tot enkele centimenters lang en hangend, en bloeien van juni, respectievelijk mei, tot de herfst. [A 13, 11; L 1, a-m; L 1u, 24; L 5, 15; L 15, 2; S 5; Gi 1, 14; monogr.; add. uit S 25; JG 1b] I-5, III-4-3
breekijzer breekijzer: brēkīzǝr (Kelmis) Zwaar, lang ijzer dat men hanteerde bij het nabreken wanneer het gesteente slecht was. [monogr.] II-4
breinaald houtbeitel?: hotbeetel (Kelmis) Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)] III-1-3
breuk breuk: bruock (Kelmis) hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: bre:f (Kelmis) brief [RND] III-3-1
broeden, op eieren zitten broeden: bryø̜nǝ (Kelmis) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broek: algemeen boks: boks (Kelmis, ... ), broek: bruk (Kelmis) broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] III-1-3
broekland, moeras broek: dər brū̞k (Kelmis) broek, moeras III-4-4
bron born: bōn (Kelmis) Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8
brood brood: brôet (Kelmis) brood [RND] III-2-3