e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de post schoon hebben de post rein hebben: dǝr pōs reŋ hān (Kelmis) De post na het schieten weer geheel leeggeschept hebben. [monogr.] II-4
de stijl omhoogtrekken de stijl eruitheven: dǝr štil ǝrūthē̜vǝ (Kelmis), de stijl erulttrekken: dǝr štil ǝrūttrekǝ (Kelmis) De stijl aan een ketting uit de vloer omhoogtrekken om hem voor een tweede keer te gebruiken. [monogr.] II-4
de vroege dienst vroegschicht: vrøšix (Kelmis) De eerste dienst, schicht, van zes uur ''s morgens tot twee uur ''s middags. [monogr.] II-4
de was bleken bleken: blèke (Kelmis) de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)] III-2-1
de werkplek aangeven de post geven: dǝr pōs jē̜vǝ (Kelmis) [monogr.] II-4
de werkplek aangewezen krijgen de post krijgen: dǝr pōs krī-jǝ (Kelmis) De plaats aangewezen krijgen, waar men op een bepaalde dag moest werken. [monogr.] II-4
deeg deeg: deek (Kelmis) zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)] III-2-3
deeg kneden kneden: kni-jtǝ (Kelmis) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1
deksel deksel: deksel (Kelmis), deksəl (Kelmis) deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)] III-2-1
delferts stof: štof (Kelmis) Het door houwen gewonnen erts. [monogr.] II-4