e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een vaart naar beneden klimmen naar een vaart erafklimmen: (men zegt) ex klęm nō ǝn vāt ǝrāf (Kelmis) [monogr.] II-4
een vast loon krijgen op vast gehalt staan: op vās jǝhalt štuǝ (Kelmis) [monogr.] II-4
een ventilator inbouwen een ventilator inbouwen: ǝnǝ vęndǝlātǝr ē̜bowǝ (Kelmis) Een ventilator aan de luchtkokers bevestigen. Het voorbereidende werk was over het algemeen erg zwaar. Het gesteente was vaak zeer hard en de arbeiders kregen veel stof en kruitdamp in de longen. Om de toevoer van frisse lucht te bevorderen, bouwde men op regelmatige afstanden van elkaar ventilatoren in de luchtkokers. [monogr.] II-4
een waardeloos karakter hebben niks goeds in gen lijf hebben: neks jutǝs ejǝ līf hān (Kelmis) [monogr.] II-4
eerste baardharen duivelshaar: duivelshoor (Kelmis) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
ei zonder schaal liezenei: lisǝęi̯ (Kelmis) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
eigenwijze arbeider een mens zonder verlaat: ǝnǝ menš zondǝr vǝrlǭt (Kelmis) Iemand op wie men niet kon vertrouwen; een eigenwijze die niet naar de aanwijzingen van een ander werkte. [monogr.] II-4
eik eik: e:k (Kelmis), eikenboom: -  ekəboom (Kelmis) eik [RND], [ZND 20 (1936)] III-4-3
eikel eiker: iəkərə (Kelmis), -  aëkere (Kelmis) eikels [RND] || eikels zoeken [ZND 20 (1936)] III-4-3
ekster boomester: boom hèster (Kelmis) ekster (46 overal bekende zwart-witte vogel met lange flodderstaart; broedt in grote stevige takkennesten hoog in hoge bomen (populieren vaak tam gemaakt [N 09 (1961)] III-4-1