21274 |
geld |
geld:
jɛ.ld (Q255p Kelmis)
|
geld [RND]
III-3-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
kwikstots:
kwéksjtoets (Q255p Kelmis)
|
kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)]
III-4-1
|
25078 |
gelijken (op) |
gelijken:
gelīke (Q255p Kelmis)
|
gelijken [ZND 25 (1941)]
III-4-4
|
26729 |
gereedschap |
geschier:
jǝšiǝr (Q255p Kelmis)
|
Het gereedschap van de houwer bleef ondergronds altijd in zijn nabijheid. Wanneer hij een andere werkplek kreeg, nam hij al zijn gereedschap mee. [monogr.]
II-4
|
27322 |
gereedschapskist |
geschierkist:
jǝšīrkes (Q255p Kelmis)
|
[monogr.]
II-4
|
27459 |
gescheurd zijn |
gereten zijn:
jǝreǝtǝ zīn (Q255p Kelmis)
|
Door de druk van het gebergte scheurde bijvoorbeeld de stijl. [monogr.]
II-4
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q255p Kelmis)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
jēls (Q255p Kelmis)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
27180 |
gesteente |
steen:
štēn (Q255p Kelmis)
|
[monogr.]
II-4
|
27376 |
gesteente losbreken |
losrijten:
lōsrītǝ (Q255p Kelmis)
|
Bij het winnen van erts het gesteente losbreken. [monogr.]
II-4
|