e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leemprop knod leem: knǫ lēm (Kelmis) Een knot leem dichtte de boorgaten, gemaakt voor het schieten, af; ook kleefde men hiermee een patroon op een brok gesteente die men wilde laten springen. [monogr.] II-4
leerlinghouwer leerhouwer: liǝrhowǝr (Kelmis) Arbeider die voor houwer leerde en daarvoor in de praktijk opgeleid werd. [monogr.] II-4
leisteen schiefer: šīfǝr (Kelmis) In de mijn kwam men ook leisteen tegen. [monogr.] II-4
lende lende: lĕnde (Kelmis) lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1
lenig gesmij: gesjmöj (Kelmis) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1
levend vlees onder de huid vlees: vlèèsj (Kelmis) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lèèver (Kelmis) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: läverwoəsch (Kelmis), lèèverwôôsj (Kelmis) leverworst [N 06 (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
lichaam lijf: līēf (Kelmis) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht k?rperkraft (du.): körperkraft (Kelmis), krperkraft (du.): körperkraft (Kelmis) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4