| 24916 |
bergx |
berg:
dər bēͅ.rəx (Q255p Kelmis),
bergen (mv.):
mv.!; "- of bérr\\sj
bérrəch (Q255p Kelmis),
mv.!; "bérr\\ch of -
bérrəsj (Q255p Kelmis)
|
berg || berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
| 20790 |
beschuit |
beschuit:
1a-m
beschüft (Q255p Kelmis)
|
beschuit [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
| 27491 |
betaaldag |
gelddag:
jeltdāx (Q255p Kelmis)
|
De dag waarop de lonen werden uitbetaald. [monogr.]
II-4
|
| 27448 |
beton |
beton:
bǝtoŋ (Q255p Kelmis)
|
De beton die in recenter tijd ook bij het ondersteunen van de schacht werd gebruikt. [monogr.]
II-4
|
| 27447 |
betonneren |
uitbetonneren:
ūtbǝtonērǝ (Q255p Kelmis)
|
Een schacht of een hulpschacht werd in plaats van gestut ook wel met een laag beton afgedekt. Het betonneren was van jongere datum dan het plaatsen van ondersteuningen. [monogr.]
II-4
|
| 24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
bø͂ͅk (Q255p Kelmis)
|
beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
| 27325 |
beukenhouten plank |
bühnebred:
bynbręt (Q255p Kelmis)
|
Sterke plank van beukenhout voor het maken van een vloer op de plaats waar het erts werd gewonnen. [monogr.]
II-4
|
| 17950 |
beweeglijk rondlopen |
vitsen:
vitse (Q255p Kelmis)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 19613 |
bezem |
bezem:
be̝ͅsəm (Q255p Kelmis),
bɛsəm (Q255p Kelmis, ...
Q255p Kelmis)
|
bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
| 19729 |
bezemsteel |
steel:
štēl (Q255p Kelmis)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|