e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruggenwervel wervel: wérbel (Kelmis) [N 10 (1961)] III-1-1
ruiken ruiken: ruuke (Kelmis) ruiken [N 10b (1961)] III-1-1
ruin wallach (du.): walax (Kelmis) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruw rauw: rōw (Kelmis) Ruw, gezegd van het oppervlak van het gesteente. [monogr.] II-4
sabbelen knibbelen: knibbele (Kelmis), lotsen: loetsje (Kelmis) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
saus saus: sàws (Kelmis) saus [RND] III-2-3
scapulier scapulier: e sjabeléér (Kelmis) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
schaapherder scheper: šø̜pǝr (Kelmis) [A 48, 18a; L 1, a-m; L 26, 32a; S 13; Wi 2; monogr.] I-6
schaatsen schlitten (<du.): sjléte (Kelmis) Schaatsenrijden [sjatsen, sjtriksjoon loupe]. [N 06 (1960)] III-3-2
schacht schacht: šāt (Kelmis) De verticale verbinding tussen het ondergrondse en het bovengrondse mijnbedrijf. [monogr.] II-4