e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tunnelverdieping stollezool: štolǝzǭl (Kelmis) Ondergrondse afdeling waarvandaan één gang boven de grond uitkwam. [monogr.] II-4
uier uier: ȳr (Kelmis) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uitgeput deel de oude man: dǝr awǝ mān (Kelmis) Uitgeput en vaak ook dichtgestort deel van de mijn. [monogr.] II-4
uitglijden uitrutschen (<du.): oet rötsje (Kelmis) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uitmaken wie mag beginnen uittellen: vär telle ŭt (Kelmis) Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)] III-3-2
uitsliepen uitkitsen: oet kietse (Kelmis), uitlachen: oet laache (Kelmis) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitsparing in het hout kring: kręŋ (Kelmis) Uitsparing in het hout boven aan de stijl, waardoor de kap daar vast inpaste. Zie afb. 49. [monogr.] II-4
vaart vaart: vāt (Kelmis) Loodrecht staande ladder in een "rol" waardoor zo''n "rol" ook voor personenvervoer kon worden gebruikt. [monogr.] II-4
vademen (de/een) naald(e) invamen: ǝn nø̜̄lt ęvē̜mǝ (Kelmis) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vangen vangen: vange (Kelmis) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2