e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelmis

Overzicht

Gevonden: 1094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varken varken: vē̜.rǝkǝ (Kelmis) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varkenstrog trog: trǫu̯x (Kelmis) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
vast loon vast gehalt: vās jǝhalt (Kelmis), vaste loon: vāstǝ luǝn (Kelmis) Tegenover het accordloon stond het vast loon. [monogr.] II-4
vaste uitwerpselen schaapskeutelen: sxǫpskø̜tǝlǝ (Kelmis) In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] I-12
vastenavond vastavond: vasjtu.avənt (Kelmis) vastenavond [RND] III-3-2
vastwiggen verkijlen: vǝrkīlǝ (Kelmis) Een kap of een stijl met wiggen vastzetten. [monogr.] II-4
vat, ton vat: vat (Kelmis) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
vechten zich houwen: səx huwə (Kelmis) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vee beesten: bei̯stǝ (Kelmis), vee: fīǝ (Kelmis) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
veer veer: vē̜r (Kelmis) De veer aan de boorhamer. Deze dempte de slagen. [monogr.] II-4