19284 |
oordelen |
oordelen:
oor.dijlə (L320b Kelpen)
|
door redeneren tot een gevolgtrekking komen, oordelen [schikken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18238 |
oorknop |
oorknopje:
ôerknupkə (L320b Kelpen)
|
sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
21746 |
oorlog |
oorlog:
oorlog (L320b Kelpen)
|
de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18237 |
oorring |
oorbel:
ôerbel (L320b Kelpen)
|
zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17873 |
oorveeg |
oorveeg:
ôervēēch (L320b Kelpen)
|
Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23198 |
op bedevaart gaan |
ter bedevaart gaan:
ter bèèvert gaon (L320b Kelpen)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
21975 |
op de jaloersheid spelen |
jaloezie:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
zjaloeziej (L320b Kelpen)
|
Bij gepaarde duiven spelen op de jaloersheid door bij de duivin een andere doffer te plaatsen dan de partner (de beul)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17935 |
op de loop gaan |
op de loop gaan:
op də luip gaon (L320b Kelpen)
|
vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21976 |
op het gevoel van ouderschap spelen |
op een grote jongen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
op unnə grôêtə jóngə (L320b Kelpen)
|
Bij gepaarde duiven met jongen spelen op het gevoel van ouderschap, op het verlangen om de jongen terug te zien? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22460 |
op kraamvisite gaan |
kindje kijken:
kientje kieke (L320b Kelpen)
|
Op kraamvisite gaan [met de krommen arm gaan, met de kromme slip gaan, op de suikerbeschuit gaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|