22028 |
pas kunnen vliegen |
pas kunnen vliegen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
ət kan pas vleegə (L320b Kelpen)
|
Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21217 |
pasfoto |
pasfoto:
pasfoto (L320b Kelpen)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (L320b Kelpen, ...
L320b Kelpen)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18183 |
passen |
passen:
passə (L320b Kelpen)
|
nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23542 |
pateen |
pateen (<fr.):
pateen (L320b Kelpen)
|
De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19243 |
pauzeren |
tukken:
tukkə (L320b Kelpen)
|
heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (L320b Kelpen)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
peste (L320b Kelpen)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19139 |
pesterij |
plaag:
plaoch (L320b Kelpen)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
pətrol (L320b Kelpen)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|