18052 |
pokdalig |
pokkelig:
pôokkəlich (L320b Kelpen)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21437 |
politieagent |
police (fr.):
plies (L320b Kelpen)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21170 |
ponton |
ponton (fr. <it.):
ponton (L320b Kelpen)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
poojər (L320b Kelpen)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19957 |
poort |
poort:
pǫrt (L320b Kelpen)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
popje:
pupkə (L320b Kelpen)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24490 |
populier (alg.) |
populier:
WLD
populier (L320b Kelpen)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefoelie (L320b Kelpen)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21203 |
postbode |
post:
post (L320b Kelpen)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21141 |
postkoets |
postkoets:
postkoets (L320b Kelpen)
|
een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)]
III-3-1
|