e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
postzegel postzegel: posseegəl (Kelpen) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
potlood potlood: potlôet (Kelpen) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1
potten? potten: pottə (Kelpen) op zijn geld zitten; nauwelijks iets uit willen geven [potten, ponken] [N 89 (1982)] III-3-1
praatje praatje: prêûtjə (Kelpen) een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)] III-3-1
pralerij grootsigheid: grûûtsich-heit (Kelpen) een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] III-1-4
predikant predikant (<lat.): predikant (Kelpen) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek preek: preek (Kelpen) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel preekstoel: preekstool (Kelpen) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prefatie prefatie (<lat.): prefatie (Kelpen) De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3
preken preken: preeke (Kelpen) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3