e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinbonen labbonen: WLD  lapbôênə (Kelpen) Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] I-7
tuinkers tuinkers: WLD  tuinkers (Kelpen) Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)] I-7
uit een andere richting dan die van de losplaats aankomen verkeerde: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  vərkîêrdjə (Kelpen) Hoe zegt men: uit een andere richting dan die van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
uitblinken uitblinken: oe.tblinkə (Kelpen) schitteren boven iets of iemand anders, bijzonder begaafd zijn [uitstek zijn, uitblinken] [N 85 (1981)] III-1-4
uitbrander uitschieter: oe.tsjie.tər (Kelpen) een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] III-1-4
uitdenken uitprakkiseren: oe.tprakkəzee.rə (Kelpen) door nadenken ontwerpen; verzinnen [uitfineren, figeleren, uitprakkezeren, bedenken] [N 85 (1981)] III-1-4
uiten uitspreken: oe.tspréékə (Kelpen) uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)] III-3-1
uitgaan eruit gaan: droe.t gaon (Kelpen) uitgaan, cafés bezoeken, aan de zwier gaan [lelijkeren, op de scheut gaan] [N 87 (1981)] III-3-1
uitgieten schudden: sjöddə (Kelpen) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uithoren uithoren: oe.thûûrə (Kelpen) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] III-3-1