25201 |
volle maan |
volle maan:
vollə maon (L320b Kelpen)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
volwassen:
volwassə (L320b Kelpen)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20174 |
voogd |
momber:
moo.mər (L320b Kelpen)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
foppen:
foppə (L320b Kelpen)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
veurbaeje (L320b Kelpen)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18889 |
voornemen |
opzet:
opzéət (L320b Kelpen)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19007 |
voornemens zijn |
van plan zijn:
van plan zeen (L320b Kelpen)
|
van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21855 |
voorraad |
voorraad:
veurraot (L320b Kelpen)
|
de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23566 |
voorzanger |
voorzanger:
veurzenger (L320b Kelpen)
|
Een voorzanger [veurzenger,-zinger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18911 |
voorzichtig |
voorzichtig:
veurzichtich (L320b Kelpen)
|
rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|