e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilgenkatje katje: WLD  ketjəs (Kelpen) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] III-4-3
wilgensoorten roodwijde: -  roeëdwie (Kelpen), schietwilg  roeëdwie (Kelpen), witwijde: kruipwilg  witwie (Kelpen) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] || wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenteen wis: WLD  wis (Kelpen) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3
wimpel wimpel: wimpəl (Kelpen) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
wind wind: windjə (Kelpen) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
winderig weer het waait: ət wijtj (Kelpen) winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)] III-4-4
windstilte windstil (weer): wintj stil (Kelpen, ... ) windstil, zonder wind, gezegd van het weer [blak, stil] [N 81 (1980)] || windstilte, toestand dat er geen wind is [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
winkel winkel: winkəl (Kelpen) het huis of een gedeelte van een huis waar koopwaren in het klein worden verkocht [winkel, nering, doening] [N 89 (1982)] III-3-1
winst winst: winst (Kelpen) de opbrengst boven de kosten [winst, voordeel, bonheur, beneficie, rabat, avetje] [N 89 (1982)] III-3-1
wip wip: wip (Kelpen) Het speeltuig bestaande uit een in evenwicht liggende balk of plank; op de uiteinden ervan nemen personen plaats die samen, door zich beurtelings tegen de grond af te zetten, het toestel op en neer doen gaan [kwikkwak, pontewaag, wiegelewouter, wip]. [N 88 (1982)] III-3-2