18816 |
zin (lust) |
zin:
zi.n (L320b Kelpen)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20166 |
zindelijk |
droog:
drûuch zeen (L320b Kelpen)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
zingen:
zingə (L320b Kelpen)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
23502 |
zingende mis |
gezongen mis:
gezonge mes (L320b Kelpen)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22081 |
zitplaats van de duif |
schapje:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
sjéépkə (L320b Kelpen)
|
de zitplaats van de duif? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20283 |
zogen, voeden (overg.) |
de borst geven:
də borst gēēvə (L320b Kelpen),
de mem geven:
də mem gēēvə (L320b Kelpen)
|
borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
23534 |
zondagmissaal |
missaal:
missaal (L320b Kelpen)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20066 |
zonnebloem |
zonnebloem:
WLD (waarschijnlijk verschrijving voor \'zôonn\\bloom\')
zôonnəbloom (L320b Kelpen)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
21324 |
zuinig |
zuinig:
zuunich (L320b Kelpen)
|
van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20518 |
zure haring |
zure haring:
zoorə hĭĕring (L320b Kelpen),
zure vis:
zoorə véəs (L320b Kelpen)
|
rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)]
III-2-3
|