e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurbes zuurbes: WLD  zuurbes (Kelpen) Zuurbes: gedoornde struik, 1-2 m hoog; geelgrauwe takken, heeft gele kogelvormige bloemen in tot 4 cm lange trossen; scharlakenrode bessen, langwerpig en 8-13 mm lang die ook s winters nog aan de struik staan (berberissen, barbarinneke, versilts, kweedoo [N 82 (1981)] III-4-3
zuurdeeg zuurdeeg: zôôr deig (Kelpen) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
zwaaien zwingelen: zwingələ (Kelpen) Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)] III-1-2
zwachtel windel: winjəl (Kelpen) Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)] III-1-2
zwak, ongezond zwak: zwaa.k (Kelpen) Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)] III-1-2
zwak, slap slap: slap (Kelpen) Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwarte roodstaart roodstaart: rôêtstèrt (Kelpen) zwarte roodstaart III-4-1
zwartepieten (kaartspel) zwartepieten: zwarte piete (Kelpen) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
zwartkop grasmus: graasmös (Kelpen) zwartkop III-4-1
zweer zweer: zwēēr (Kelpen) Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)] III-1-2