e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dons, nestveren duivelshaar: duuvəlshaor (Kelpen) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (zn.) dood: dôet (Kelpen), end: ət inj (Kelpen) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodsklok doodsklok: doetsklokke (Kelpen) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: duipkepel (Kelpen) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopvont doopvont: daupfont (Kelpen) Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater wijwater: wiejwaater (Kelpen) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door elkaar, verward verward: vərwertj (Kelpen) op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
doordeweekse mis doordeweekse mis: door de waekse mes (Kelpen) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doordrenken, nat maken nat maken: naat maa.kə (Kelpen) met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)] III-4-4
doornenkroon doornenkroon: doornekroeen (Kelpen) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3