e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
altaar altaar (<lat.): altaor (Kelpen) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel bel: bel (Kelpen) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
ampullen ampullen (<lat.): ampulle (Kelpen) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
andere middelen om een duif binnen te lokken met de bus rammelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  rammələ mét də bös (Kelpen) Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)] III-3-2
angel van bij of wesp angel: WLD  angel (Kelpen) Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angst schrik: sjrik (Kelpen) het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
antwoorden antwoord geven: antjwoort géévə (Kelpen) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appels van de boom schudden schudden: WLD  sjöddə (Kelpen) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
aprilgrap aprilmop: aprilmop (Kelpen) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werk: werk (Kelpen) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1