e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kelpen

Overzicht

Gevonden: 2042
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juweel juweel: juweel (Kelpen) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak kaak: kake (Kelpen) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakgestel kaken (mv.): kaa.kə (Kelpen) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal duivenjong kwak met donshaar: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  kwak mét dónshaor (Kelpen) een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)] III-3-2
kaarsenaansteker kaarsenaansteker: kerse aansteker (Kelpen) De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)] III-3-3
kaarsenbak kaarsenbak: kesebak (Kelpen) De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kaarsenpit pit: pit (Kelpen) De katoenen draad in het midden van een kaars [pit, wiek, lemmet?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kaart met prentje prentje: prentjə (Kelpen) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaatsen (ballen) kaatsen: kātsə (Kelpen) Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2
kadaver kadaver: WLD  kadavər (Kelpen) Hoe noemt u het lijk van een dier (kadaver, lijk, dood-beest) [N 83 (1981)] III-4-2