18869 |
kwaad weglopen |
giftig weglopen:
giftig weglaupə (L320b Kelpen)
|
kwaad weglopen [horsen, hoorsen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19314 |
kwaadspreekster |
roddeltant:
roddəltant (L320b Kelpen, ...
L320b Kelpen)
|
een vrouw die graag kwaad spreekt [kwadetong, vuiletong, kommeer, blameer, klapei] [N 85 (1981)] || iemand die altijd kwaad spreekt van anderen [insteker] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18981 |
kwaadspreker |
roddeltante:
roddəltant (L320b Kelpen)
|
iemand die altijd kwaad spreekt van anderen [insteker] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (L320b Kelpen)
|
Kwaal: langdurige of telkens terugkerende ziekte (kwaal, klets, muik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24341 |
kwaken |
kwaken:
WLD
kwaakə (L320b Kelpen)
|
Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18156 |
kwakzalver |
kwakzalver:
kwakzalver (L320b Kelpen)
|
Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21693 |
kwanselen |
verhandelen:
vərhanjələ (L320b Kelpen)
|
voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21943 |
kweekduif |
dekhengst:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
dékhingst (L320b Kelpen)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een duif alleen voor de voortplanting? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21344 |
kwellen |
pijn doen:
pie.n doon (L320b Kelpen),
plagen:
plaogə (L320b Kelpen)
|
lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21788 |
kwelling/pesterij |
plaag:
plaoch (L320b Kelpen)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|