33958 |
jukriem |
jokriem:
jǭkrēm (Q015b Kerensheide)
|
Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12]
I-10
|
18707 |
jumper |
vest:
vest (Q015b Kerensheide)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
kleid (Q015b Kerensheide)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
gletsjer:
hàe heet ne glétser (Q015b Kerensheide)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
betekenis: vestje met knopen, dat bij de jas hoort
kamezaol (Q015b Kerensheide)
|
kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18293 |
kapmantel |
cape (eng.):
keep (Q015b Kerensheide)
|
schoudermantel, lange ~ zonder mouwen maar met een kap [kapmantel, kabang, kaban, foek, hoek, schommantel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17686 |
keelgat |
keelsgat:
kélschat (Q015b Kerensheide)
|
keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18208 |
kiel |
kiel:
keel (Q015b Kerensheide)
|
kiel, blauwlinnen of katoenen jasje van werklieden en boeren [keel, toekiel, kletsjet, plankerten] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33163 |
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen |
schieten:
šētǝ (Q015b Kerensheide)
|
J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17]
I-5
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kinjerkléjer (Q015b Kerensheide)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|