18536 |
bef |
befje:
befke (Q015b Kerensheide)
|
bef [bavetje, sammezetje, bandje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17646 |
bekkenholte |
kooi:
kwai (Q015b Kerensheide)
|
heup: komvormige ruimte tussen de heupbeenderen [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33960 |
bellen aan het haam |
bellen:
bɛlǝ (Q015b Kerensheide)
|
Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.]
I-10
|
33945 |
bellen aan het hoofdstel |
bellen:
bɛlǝ (Q015b Kerensheide)
|
Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39]
I-10
|
17672 |
benen (spotnamen) |
stokkenbenen:
stekke bwanne (Q015b Kerensheide)
|
benen: spotbenamingen [billewaage, pikkels, stekken] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17950 |
beweeglijk rondlopen |
kwinkeleren:
kwinkeleere (Q015b Kerensheide)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17996 |
bibberen |
rijderen:
riere (Q015b Kerensheide)
|
beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33184 |
bijeen poten |
kort opeen:
kǫrt opęi̯n (Q015b Kerensheide)
|
De pootaardappelen dichter bijeen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18a]
I-5
|
18529 |
binnenzak |
binnenmaal:
binnemaal (Q015b Kerensheide),
binnentas:
binnetès (Q015b Kerensheide)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33936 |
bit |
bit:
bet (Q015b Kerensheide)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|