e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doel bij verstoppertje spelen bedot: bedot (Kerkhoven) het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] III-3-2
doelloos friemelen friemelen: friemele (Kerkhoven) Doelloos met de handen spelen (haffelen, friemelen, krawietelen) [N 108 (2001)] III-1-2
doffer, mannelijke duif kubber: køpər (Kerkhoven) duif, mannetje [ZND 39 (1942)] III-4-1
dokteren dokteren: dokteren (Kerkhoven) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 107 (2001)] III-1-2
donderbeestje donderbeestje: doenderbeesje (Kerkhoven) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
dood (bn.) dood: dôôt (Kerkhoven) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dooier dooier: dōi̯ǝr (Kerkhoven), doren: dō.rǝ (Kerkhoven), dōrǝ (Kerkhoven) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: do.əpkli.ət (Kerkhoven) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: do.əpfűnt (Kerkhoven) doopvont [RND] III-3-3
dopen dopen: do.əpə (Kerkhoven), do.əpən (Kerkhoven), gedoopt worden: chədöpt was (Kerkhoven) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3