e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vrijer (Kerkhoven, ... ) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 115 (2003)] III-2-2
jukbeen jukbeen: jukbeen (Kerkhoven) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon, jukbeen, wangbeen). [N 106 (2001)] III-1-1
juweel edelsteen: edelsteen (Kerkhoven) Juweel. Een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 114 (2002)] III-1-3
kaakgestel kaken (mv.): koaken (Kerkhoven), schaar: scheir (Kerkhoven) Kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar, kaken). [N 106 (2001)] III-1-1
kaal duivenjong platjong: plàtjoŋk (Kerkhoven) Kaal duivenjong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaalsnijden uitsnijden: uitsnijden (Kerkhoven) Het uitsnijden van alle of bijna alle raten met een mes. [N 63, 81b] II-6
kaantjes kaaiens: kōͅi’əs (Kerkhoven) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: ke̞ͅs (Kerkhoven) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaartspelen: koͅ.ərtspe.i͂ (Kerkhoven) kaarten [RND] III-3-2
kaarten bijnemen sloeberen: sloeberen (Kerkhoven) kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)] III-3-2