e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peterselie peterselie: petərsēli (Kerkhoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
peul hauw: haaw (Kerkhoven) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) hauw: haaw (Kerkhoven), schaal: sxāl (Kerkhoven) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pole (Kerkhoven) [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten suikererwten: søͅykəreͅtə (Kerkhoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
piekeren loeren: hij zit doa aaltij te loere (Kerkhoven), prakkiseren: hij zit dao altij te prakkezeere (Kerkhoven) hij zat daar altijd te mijmeren (onder "mijmeren"verstaan we hier: over zijn zorgen zitten te denken, te piekeren, te prakkezeren) [ZND 39 (1942)] III-1-4
pijl pijl: pijl (Kerkhoven) de dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht] [N 112 (2006)] III-3-2
pijn pijn: pɛ.in (Kerkhoven), zeer: si.ər (Kerkhoven) pijn [RND] III-1-2
pijnscheut kramp: kraamp (Kerkhoven) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren, scheut, steek, kramp). [N 107 (2001)] III-1-2
pijpenkrul haarkrul: haarkrul (Kerkhoven) Pijpenkrul. Spiraalvormige haarkrul [pijpenkrul, pijpenlok, papillote] [N 114 (2002)] III-1-1