e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkhoven

Overzicht

Gevonden: 1473
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruik toupet (fr.): toupet (Kerkhoven), valse haren: valse haar (Kerkhoven) Pruik. Kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [pruik, calotte, toupet] [N 114 (2002)] III-1-3
prutsen knutselen: ergens lang en stil aan knutselen (Kerkhoven), prutsen: prutsen (Kerkhoven) prutsen: betekenis [ZND 40 (1942)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)] III-1-4
puber kajuit: mar.: staat er echt! Vgl, Schuermans etc. s.v. "kajuit, kajute"= slecht, versleten paard! Vgl. WNT s.v. "kajute - kajuut"= id.  kajuit (Kerkhoven) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Kerkhoven) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
putter distelvink: desəlveŋk (Kerkhoven) putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
raam venster: vę̃ ̝stǝr (Kerkhoven  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raat raat: rāt (Kerkhoven), schuif: (mv)  sxø̜̄wvǝ (Kerkhoven), wasschijf: wasschijf (Kerkhoven) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raathoning, tafelhoning raathoning: raathoning (Kerkhoven) Blanke honing die in de raat verkocht wordt. [N 63, 115b; monogr.] II-6
radijs radijsje: radeske (Kerkhoven) [ZND 41 (1943)] I-7
rafel pluisje: pləskes (Kerkhoven) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3