e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkom

Overzicht

Gevonden: 949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spits, kop van de mijt kop: kǫp (Kerkom) Het bovenste stukje van het dak van de korenmijt. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
spon bom: bom (Kerkom) Stop waarmee men het vulgat van een vat kan sluiten. De opgave "bon" uit L 318 is volgens Claessen (pag. 2. 54) een verbastering van "bom". [N 35, 92; N 35, 93; add.; monogr.] II-2
sponnen toemaken: tāmǭkǝ (Kerkom) Vaten met behulp van een spon afsluiten. [N 35, 92] II-2
sporten speken: spii̯kǝ (Kerkom), sproten: sprǫu̯tǝ (Kerkom) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
springen springen: sprenge (Kerkom) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstier springvar: sprɛŋk˲vɛ̄r (Kerkom) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11
staart staart: stat (Kerkom, ... ) Zie afbeelding 2. [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-12, I-9
staartriem staartteugel: staartteugel (Kerkom) Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.] I-10
stal stal: stal (Kerkom) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stamboekstier gekeurde var: gǝkø̄dǝ vɛ̄r (Kerkom) Stier waarvan de gegevens betreffende afkomst e.d. in een stamboek staan ingeschreven: raszuivere stier. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b] I-11