19681 |
de was bleken |
bleken:
bleeche (Q121p Kerkrade),
blēxə (Q121p Kerkrade)
|
bleken (van was) || het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19716 |
de was doen |
wassen:
wɛ̄šə (Q121p Kerkrade)
|
wassen
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
invochten:
evøxtə (Q121p Kerkrade),
natten:
nɛtsə (Q121p Kerkrade),
sprinkelen:
sjprenkele (Q121p Kerkrade),
spritsen:
sjprietse (Q121p Kerkrade)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] || invochten (voor het strijken)
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
de was wringen:
də wɛ̄š vreŋə (Q121p Kerkrade),
doordraaien:
døͅrxdriənə (Q121p Kerkrade),
mangelen:
maŋələ (Q121p Kerkrade)
|
de was wringen || mangelen [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
uitslodderen:
ūsšloͅdərə (Q121p Kerkrade)
|
de was uitspoelen
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
sjtieve (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
28143 |
de watergoot reinigen |
(de) zouw slammen:
dǝ zǫw šlɛmǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
slammen:
šlɛmǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits])
|
[N 95, 790; monogr.]
II-5
|
23470 |
de zondag inluiden |
de zondag inluiden:
dr zondieg i loeë (Q121p Kerkrade)
|
Het luiden van de klokken op zaterdagavond na het angelus [zondag luiden, de zondag inluiden?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30570 |
decoratieschilder |
decorateur:
dękoratø̄r (Q121p Kerkrade)
|
Schilder die zich in het bijzonder bezig houdt met het schilderen van versieringen. Tot zijn werkzaamheden behoren onder meer het schabloneren, biezentrekken, spatten, glaceren, etc. [N 67, 98b]
II-9
|
20808 |
deeg |
beslag:
besjlaag’ (Q121p Kerkrade)
|
beslag van deeg
III-2-3
|