e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dode lijk: liech (Kerkrade, ... ) het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)] || lijk III-2-2
dode tak dode tak: ideosyncr.  doeë tak (Kerkrade) Een dode tak (stek). [N 82 (1981)] III-4-3
doden kapotmaken: kapot māxǝ (Kerkrade), kapot māxǝn (Kerkrade) De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.] II-1
doedelzak doedelzak: doeddelzak (Kerkrade), doedelzak (Kerkrade) Doedelzak. || Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Kerkrade) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doel bij verstoppertje spelen hol: hol (Kerkrade) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Kerkrade) Tormann. III-3-2
doen vechten aaneenheksen: hɛksətə jansə wɛlt ane. (Kerkrade) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
dof, gedempt van geluid dof: dof (Kerkrade) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif scheck: schèk (Kerkrade), vogel: voeëjel (Kerkrade, ... ), voeë’jel (Kerkrade) doffer: een mannelijke duif [GV K (1935)] || duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || duif, mannetje, doffer || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1