e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaien draaien: driene (Kerkrade, ... ), drieëne (Kerkrade), driënən (Kerkrade), driənən (Kerkrade), dríənə (Kerkrade) draaien [DC 02 (1932)], [ZND A2 (1940sq)] || Draaien: een andere richting aannemen, draaien (wenden, wenken, wengen, zwenken, keren). [N 84 (1981)] III-1-2
draaiend werk gangwerk: jaŋkwęrǝk (Kerkrade) Algemene benaming voor de draaiende onderdelen van zowel de wind- als de watermolen. [N O, 22; monogr.] II-3
draaihek vouwer: vǫwǝr (Kerkrade) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
draaikolk draaikolk: drieënkolk (Kerkrade) kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)] III-4-4
draaiorgel draaienorgel: drieënórjel (Kerkrade) Draaiorgel. III-3-2
draaiplaats draaiplaat: driǝnplāt (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), draaiplaats: driǝnplātš (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), draaischijf: drīǝnšīf (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), platenvloer: plātǝvluǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]) Een ijzeren plaat, al dan niet vastliggend, waar de mijnwagens op worden gedraaid. [N 95, 695; monogr.; Vwo 766] II-5
draaizaag, keerzaag draaizeeg: driǝnzē̜ǝx (Kerkrade) Spanzaag die wordt gebruikt om langs kromme en gebogen lijnen te zagen. Het zaagblad is draaibaar in het raam bevestigd en aan één uiteinde voorzien van een handgreep. Het zaagblad is ongeveer 60 tot 70 cm lang en 5 tot 10 mm breed. Zie ook afb. 20. [N 53, 7; N 53, 8i-j; monogr.] II-12
dracht, drachtig zijn ww. is drachtig: ideosyncr.  drechtieg (Kerkrade) Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)] III-4-2
drachtige merrie volle meer: vǫl mēr (Kerkrade) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten draden: dreud (Kerkrade), ringen/randen: räng (Kerkrade), vamen: veam (pl) (Kerkrade) [N Q (1966)] I-7