e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een ei afpellen pellen: pɛlǝ (Kerkrade), schellen: šęlǝ (Kerkrade) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een gleuf aanbrengen in het deegbrood knippen: knepǝ (Kerkrade), snijden: šni-ǝ (Kerkrade) Met de schaar of het mes een gleuf aanbrengen in het deegbrood. Volgens de informant van L 330 wordt dit "knippen" gedaan om het rijzen te bevorderen bij slechte deeg. [N 29, 44a] II-1
een haan snijden castreren: kastrērǝ (Kerkrade) Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.] I-12
een hellingshoek aanhouden afvaren: āfvāre (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]) Een bepaalde hellingshoek naar beneden aanhouden bij de aanleg van bijvoorbeeld een steengang. [monogr.; N 95, 856; div.] II-5
een hond vleien reitzen (d.): ideosyncr.  raitze (Kerkrade), streicheln (d.): ideosyncr.  sjtraichele (Kerkrade) Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1
een huis huren mieten (d.): mītə (Kerkrade) huren III-2-1
een huis uitzetten uitzetten: ūs˲zɛtsǝ (Kerkrade) De omtrek van een te bouwen huis met palen en planken uitzetten. [N 30, 24a; monogr.] II-9
een kater hebben een kater haan: ⁄ne kater ha.n (Kerkrade) kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3
een keldergewelf maken welven: wø̜lǝvǝ (Kerkrade) Wanneer men een kelder van troggewelven wil voorzien, worden er eerst van muur tot muur ijzeren profielbalken gelegd op een onderlinge afstand van 1,5 m. Tussen de balken worden vervolgens de gewelven gemetseld, waarbij als tijdelijke steun een formeel wordt gebruikt. [N 32, 20c; monogr.] II-9
een kind op de arm dragen kramelen: Mar.: "kramen  kroamele (Kerkrade) een kind op de arm dragen [peizen] [N 87 (1981)] III-2-2