e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening lok: eigen spellingsysteem  lôôch (Kerkrade) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) loker: eigen spellingsysteem  zwei löcher (Kerkrade) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gaten in de kruim loker: lø̜xǝr (Kerkrade), %%enkelvoud%%  loax (Kerkrade) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 69b luidde: "Hoe noemt men de gaten in de kruin van het brood?" Het feit dat dit ''kruin kruim'' moest zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. [N 29, 69b; N 29, 69a; monogr.] II-1
gauwdief geraffineerde, een ~: jeraffieneerde (Kerkrade) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] III-3-1
gazon grasplei: jrāsplai̯ (Kerkrade) gazon III-2-1
gebakje deeltje: deel’sje (Kerkrade), Syst. WBD  deejl-sje (Kerkrade), taartje: Bestaat nog pas na de oorlog.  tuuetsje (Kerkrade) gebakje || Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen gebakken schijven: Syst. WBD  jəbakke-sjieve (Kerkrade) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebarsten gesprongen: jǝšproŋǝ (Kerkrade) Gezegd van verflagen die scheuren vertonen. ø̄De oorzaak van scheuren in een verflaag is gelegen in een tekort aan elasticiteit der laag bij goed hechten aan den ondergrond. Verder kunnen tot het ontstaan van scheuren medewerken plotselinge temperatuurswisselingen, een te vette ondergrond, de spanningen die door langzamer drogen der grondlagen ontstaan, en sterk uiteenloopende uitzettingscoëfficiënten van grond- en deklaagø̄ (Zwiers II, pag. 324). [N 67, 69c] II-9
gebarsten en zwartgeblakerd verbrande en gereten: vǝrbraŋkdǝ ɛn jǝręǝsǝ (Kerkrade) [N 29, 66b; monogr.] II-1
gebed gebed: jebed (Kerkrade) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3