23701 |
gebeden |
gebeden:
jebedsjere (Q121p Kerkrade)
|
De gebeden meervoud. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17623 |
gebit |
gebit:
gebis (Q121p Kerkrade),
gǝbet (Q121p Kerkrade),
jans jebis (Q121p Kerkrade),
jebis (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b]
I-9, III-1-1
|
30717 |
gebladderd |
geblaard:
jǝblārt (Q121p Kerkrade),
geschilferd:
jǝšilvǝrt (Q121p Kerkrade)
|
Gezegd van schilderwerk waarvan de verflagen blaren vertonen. [N 67, 69b; L 32, 78; monogr.]
II-9
|
30037 |
gebluste kalk |
dempkalk:
dɛmpkalǝk (Q121p Kerkrade),
geleste kalk:
jǝlø̜š˱dǝ kalǝk (Q121p Kerkrade),
jǝlɛ̄štǝ kalǝk (Q121p Kerkrade),
jǝlɛ̄š˱dǝ kalǝk (Q121p Kerkrade),
leskalk:
lɛ̄škalǝk (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade)
|
Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.]
II-9
|
20183 |
geboorte |
aanslag:
anšlāx (Q121p Kerkrade),
aanzet:
āzats (Q121p Kerkrade)
|
De plaats waar de boog aan weerszijden tegen de rest van het metselwerk rust. De stenen in de muur moeten hier, om aansluiting te geven, behakt worden. In Q 121 spreekt men dan van 'geschoren stenen' ('jǝšōrǝ štęŋ'). Volgens de invuller uit Q 97 telt een poortboog altijd een oneven aantal stenen. [N 32, 19a; monogr.]
II-9
|
22513 |
geboortefeest |
kindsdoop:
kingsdoof (Q121p Kerkrade)
|
Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33879 |
geboorteomhulsel van een veulen |
net:
nets (Q121p Kerkrade)
|
Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56]
I-9
|
20182 |
geboren worden |
geboren werden:
jeboare weède (Q121p Kerkrade)
|
Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19725 |
gebouw |
bouw:
boͅu̯ (Q121p Kerkrade)
|
gebouw
III-2-1
|
18335 |
gebreide kous |
strikhoos:
sjtrikhoas (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
strikhaose (Q121p Kerkrade)
|
breikous || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)]
III-1-3
|