e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebeden gebeden: jebedsjere (Kerkrade) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebit gebit: gebis (Kerkrade), gǝbet (Kerkrade), jans jebis (Kerkrade), jebis (Kerkrade, ... ) Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
gebladderd geblaard: jǝblārt (Kerkrade), geschilferd: jǝšilvǝrt (Kerkrade) Gezegd van schilderwerk waarvan de verflagen blaren vertonen. [N 67, 69b; L 32, 78; monogr.] II-9
gebluste kalk dempkalk: dɛmpkalǝk (Kerkrade), geleste kalk: jǝlø̜š˱dǝ kalǝk (Kerkrade), jǝlɛ̄štǝ kalǝk (Kerkrade), jǝlɛ̄š˱dǝ kalǝk (Kerkrade), leskalk: lɛ̄škalǝk (Kerkrade, ... ) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
geboorte aanslag: anšlāx (Kerkrade), aanzet: āzats (Kerkrade) De plaats waar de boog aan weerszijden tegen de rest van het metselwerk rust. De stenen in de muur moeten hier, om aansluiting te geven, behakt worden. In Q 121 spreekt men dan van 'geschoren stenen' ('jǝšōrǝ štęŋ'). Volgens de invuller uit Q 97 telt een poortboog altijd een oneven aantal stenen. [N 32, 19a; monogr.] II-9
geboortefeest kindsdoop: kingsdoof (Kerkrade) Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2
geboorteomhulsel van een veulen net: nets (Kerkrade) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9
geboren worden geboren werden: jeboare weède (Kerkrade) Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebouw bouw: boͅu̯ (Kerkrade) gebouw III-2-1
gebreide kous strikhoos: sjtrikhoas (Kerkrade, ... ), strikhaose (Kerkrade) breikous || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3