e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kerkrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
godsdienstonderricht op zondag kongregation (du.): konjratsiejoeën (Kerkrade) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: jódslamp (Kerkrade) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goed besleten kwast aangesleten pinsel: ājǝšlē̜sǝ pinzǝl (Kerkrade) Kwast waarvan de haarbundel door het gebruik op een goede manier is afgesleten. Een goed besleten kwast geeft doorgaans verfwerk met weinig of geen strepen. [N 67, 31a] II-9
goed dak goed berggesteendes: jot bɛrxjǝšteŋs (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen]), goede berg: jawǝ bɛrx (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), jǫwǝ bɛrx (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Willem-Sophia]) Een goed dak laat bij het afkloppen een scherpe, helle klank horen. Het bestaat uit vaste steen. [N 95, 890] II-5
goed groeiend varken schik in zitten: (in dat varken) zetst šek e (Kerkrade) [N 76, 17; JG 1a] I-12
goed opschieten met zijn werk voorrang maken: vuura maache (Kerkrade) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goed uit de weg kunnend (een) vlotte: flǫtǝ (Kerkrade) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goede vrijdag kaarvrijdag: [vgl. Du. Karfreitag]  kaarvriedieg (Kerkrade) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede week goede week: jouwwèch (Kerkrade), kaarweek: [vgl. Du. Karwoche]  kaarwèch (Kerkrade) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
goedzak domgraaf: doeëmjroaf (Kerkrade) een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] III-1-4